Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frånvaro:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor frånvaro (Zweeds) in het Nederlands

frånvaro:

frånvaro [-en] zelfstandig naamwoord

  1. frånvaro
    de afwezigheid; niet aanwezig zijn; de absentie
  2. frånvaro (bortovaro)
    de absentie; het verzuim
    • absentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verzuim [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frånvaro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absentie bortovaro; frånvaro
afwezigheid frånvaro avkommande; bortkommen
niet aanwezig zijn frånvaro
verzuim bortovaro; frånvaro försummelse; misskötsel; underlåtenhet; vanskötsel; åsidosättande

Synoniemen voor "frånvaro":


Wiktionary: frånvaro


Cross Translation:
FromToVia
frånvaro afwezigheid absence — state of being away
frånvaro ontbreken; afwezigheid absence — lack; deficiency; nonexistence
frånvaro absentie; afwezigheid; uitstedigheid; mangel; verstek; verzuim absence — Le fait d’être absent.

Verwante vertalingen van frånvaro