Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kamera:
  2. Kamera:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kamera (Zweeds) in het Nederlands

kamera:

kamera [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kamera
    de camera
    • camera [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. kamera
    het fototoestel
  3. kamera (fotokamera)
    de fotocamera

Vertaal Matrix voor kamera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camera kamera
fotocamera fotokamera; kamera
fototoestel kamera

Wiktionary: kamera

kamera
noun
  1. een apparaat om beelden mee te registreren

Cross Translation:
FromToVia
kamera fotoapparaat; fototoestel; camera camera — still pictures
kamera fototoestel Fotoapparat — Gerät, das zum Aufnehmen von Fotos dient
kamera fototoestel appareil photoInstrument permettant de prendre des photographies grâce à l’impression de la lumière sur une pellicule à base de nitrate d’argent ou bien par numérisation.

Kamera:

Kamera

  1. Kamera

Vertaal Matrix voor Kamera:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Camera Kamera



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kamera (Nederlands) in het Zweeds