Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kapten (Zweeds) in het Nederlands

kapten:

kapten [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kapten (ledare; huvudman; chef)
    de aanvoerder; de leider; het hoofd; de hoofdman
    • aanvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. kapten (skeppare)
    de schipper; de kapitein; de scheepskapitein
  3. kapten
    de kapitein; de scheepskapitein; scheepsgezagvoerder
  4. kapten
    de commandant; de gezagvoerder
  5. kapten (direktör; chef)
    de directeur
  6. kapten (befälhavare; kommendant)
    de bevelhebber; de commandant; de overste
  7. kapten (pilot; flygkapten)
    vliegtuigkapitein; de captain; de gezagvoerder
  8. kapten (kapten på ett skepp)
    vlootschipper

Vertaal Matrix voor kapten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoerder chef; huvudman; kapten; ledare commandeur
bevelhebber befälhavare; kapten; kommendant commandeur; kommandant
captain flygkapten; kapten; pilot
commandant befälhavare; kapten; kommendant commandeur
directeur chef; direktör; kapten
gezagvoerder flygkapten; kapten; pilot
hoofd chef; huvudman; kapten; ledare början av brevet; chef; direktör; huvud; huvudman; hövding; inledning; inledning av ett brev; ledare; mänskligt huvud; rektor; skolrektor
hoofdman chef; huvudman; kapten; ledare huvudman; hövding; ledare
kapitein kapten; skeppare commandeur
leider chef; huvudman; kapten; ledare förmannen; ledare
overste befälhavare; kapten; kommendant
scheepsgezagvoerder kapten
scheepskapitein kapten; skeppare
schipper kapten; skeppare
vliegtuigkapitein flygkapten; kapten; pilot
vlootschipper kapten; kapten på ett skepp
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd huvudsakligen

Synoniemen voor "kapten":


Wiktionary: kapten

kapten
noun
  1. beroep|nld scheepvaart|nld gezaghebber op een schip

Cross Translation:
FromToVia
kapten kapitein captain — The person lawfully in command of a sea-going vessel
kapten kapitein captain — The person lawfully in command of an airliner
kapten aanvoerder captain — One of the athletes on a sports team designated to make decisions
kapten kapitein KapitänMilitär: oberste Kommandoinstanz an Bord eines Schiffes
kapten aanvoerder KapitänSport: Teamchef einer Mannschaft
kapten hopman; kapitein; gezagvoerder capitaine — Celui ou celle qui commande un navire

Verwante vertalingen van kapten



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kapten (Nederlands) in het Zweeds

kapten vorm van kappen:

kappen werkwoord (kap, kapt, kapte, kapten, gekapt)

  1. kappen (bomen kappen; hakken; vellen; omhakken; houwen)
    fälla träd; hacka ned
    • fälla träd werkwoord (fäller träd, fällde träd, fällt träd)
    • hacka ned werkwoord (hackrar ned, hackrade ned, hackat ned)
  2. kappen (coifferen; knippen)
    snitta någons hår
    • snitta någons hår werkwoord (snittar någons hår, snittade någons hår, snittat någons hår)

Conjugations for kappen:

o.t.t.
  1. kap
  2. kapt
  3. kapt
  4. kappen
  5. kappen
  6. kappen
o.v.t.
  1. kapte
  2. kapte
  3. kapte
  4. kapten
  5. kapten
  6. kapten
v.t.t.
  1. heb gekapt
  2. hebt gekapt
  3. heeft gekapt
  4. hebben gekapt
  5. hebben gekapt
  6. hebben gekapt
v.v.t.
  1. had gekapt
  2. had gekapt
  3. had gekapt
  4. hadden gekapt
  5. hadden gekapt
  6. hadden gekapt
o.t.t.t.
  1. zal kappen
  2. zult kappen
  3. zal kappen
  4. zullen kappen
  5. zullen kappen
  6. zullen kappen
o.v.t.t.
  1. zou kappen
  2. zou kappen
  3. zou kappen
  4. zouden kappen
  5. zouden kappen
  6. zouden kappen
en verder
  1. ben gekapt
  2. bent gekapt
  3. is gekapt
  4. zijn gekapt
  5. zijn gekapt
  6. zijn gekapt
diversen
  1. kap!
  2. kapt!
  3. gekapt
  4. kappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kappen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kappen (omhakken; vellen)
    hacka ned
  2. het kappen (eindigen; ophouden; staken; uitscheiden; afhaken)
    stoppande

Vertaal Matrix voor kappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacka ned kappen; omhakken; vellen
stoppande afhaken; eindigen; kappen; ophouden; staken; uitscheiden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fälla träd bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
hacka ned bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
snitta någons hår coifferen; kappen; knippen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stoppande afsluitend; stoppend; verstoppend

Verwante woorden van "kappen":


Wiktionary: kappen


Cross Translation:
FromToVia
kappen hugga (ned); avverka abholzen — Bäume in einem Wald, Forst oder Hain fällen
kappen frisera; klippa sig; klippa håret frisieren — menschliche Kopfhaare gestalten
kappen slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
kappen frisera coiffercouvrir la tête.
kappen hugga; yxa hachercouper en petits morceaux, avec un instrument tranchant (couteau, hachoir, mixeur...)
kappen hugga; yxa taillercouper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.