Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. klient:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klient (Zweeds) in het Nederlands

klient:

klient [-en] zelfstandig naamwoord

  1. klient (kvinnlig klient)
    de klanten
    • klanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. klient (uppdragsgivare; kund)
    de opdrachtgevers
  3. klient (klientdator)
  4. klient

Vertaal Matrix voor klient:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klanten klient; kvinnlig klient besökare; klientel; kundkrets; kundreskontra
opdrachtgevers klient; kund; uppdragsgivare
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
client klient; klientdator klientprocess
clientcomputer klient; klientdator

Synoniemen voor "klient":


Wiktionary: klient


Cross Translation:
FromToVia
klient koper; aankoper; klant; inkoper buyer — person who makes purchases

Verwante vertalingen van klient