Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. läge:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor läge (Zweeds) in het Nederlands

läge:

läge [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. läge (position; ställning)
    de positie; de ligging
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ligging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. läge (plats)
    de locatie; de ligging
    • locatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ligging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. läge (orientering; belägenhet)
    de plaatsbepaling
  4. läge
    de modus
    • modus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor läge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ligging läge; plats; position; ställning
locatie läge; plats ort; plats
modus läge modus
plaatsbepaling belägenhet; läge; orientering
positie läge; position; ställning arbete; attityd; jobb; kondition; position; ställning; ståndpunkt

Synoniemen voor "läge":


Wiktionary: läge

läge
noun
  1. de wijze waarop iets of iemand gelegen is

Cross Translation:
FromToVia
läge locatie; plaats location — place
läge plaats; ligging Lage — Stelle, an der etwas liegt
läge omstandigheden Lage — momentane Umstand/Verhältnis
läge positie Lage — Art wie etwas liegt
läge positie LageMusik: Lage der linken Hand auf dem Griffbrett bei Streich- und Zupfinstrumenten

Verwante vertalingen van läge