Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: lat

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: lat

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lat:
  2. låt:
  3. låta:
  4. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lat:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lat (Zweeds) in het Nederlands

lat:

lat bijvoeglijk naamwoord

  1. lat (slött; ointresserad; ointresserat)
    lui; niets doend

Vertaal Matrix voor lat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lui människor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lui lat; ointresserad; ointresserat; slött arbetsskygg; arbetsskyggt; slött; trög; trögt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niets doend lat; ointresserad; ointresserat; slött

Synoniemen voor "lat":


Wiktionary: lat

Cross Translation:
FromToVia
• lat → lui ↔ lazy — unwilling to work

låt:

låt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. låt (sång)
    het lied; het liedje; het gezang
    • lied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • liedje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezang [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. låt (melodi)
    de wijs; de deun
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • deun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. låt (sång; melodi)
    het deuntje; het wijsje
    • deuntje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wijsje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor låt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deun låt; melodi
deuntje låt; melodi; sång
gezang låt; sång
lied låt; sång
liedje låt; sång
wijs låt; melodi melodi; metod; sätt; sång; visa
wijsje låt; melodi; sång
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wijs akademisk; akademiskt; begåvad; begåvat; beläst; bildad; fantastisk; fantastiskt; fyndigt; förståndig; genial; genialt; klokt; kvick; kvickt; lärt; otroligt; smart; talangfull; talangfullt; universitetsutbildat

Synoniemen voor "låt":


Wiktionary: låt

Cross Translation:
FromToVia
• låt → melodie; deun; deuntje; wijsje; wijs; aria ↔ mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.

låta:

låta werkwoord (låter, låt, låtit)

  1. låta (hyra; hyra ut)
    verhuren
    • verhuren werkwoord (verhuur, verhuurt, verhuurde, verhuurden, verhuurd)
  2. låta
    overlaten
    • overlaten werkwoord (laat over, liet over, lieten over, over gelaten)
  3. låta (ljuda)
    geluid maken
    • geluid maken werkwoord (maak geluid, maakt geluid, maakte geluid, maakten geluid, geluid gemaakt)

Conjugations for låta:

presens
  1. låter
  2. låter
  3. låter
  4. låter
  5. låter
  6. låter
imperfekt
  1. låt
  2. låt
  3. låt
  4. låt
  5. låt
  6. låt
framtid 1
  1. kommer att låta
  2. kommer att låta
  3. kommer att låta
  4. kommer att låta
  5. kommer att låta
  6. kommer att låta
framtid 2
  1. skall låta
  2. skall låta
  3. skall låta
  4. skall låta
  5. skall låta
  6. skall låta
conditional
  1. skulle låta
  2. skulle låta
  3. skulle låta
  4. skulle låta
  5. skulle låta
  6. skulle låta
perfekt particip
  1. har låtit
  2. har låtit
  3. har låtit
  4. har låtit
  5. har låtit
  6. har låtit
imperfekt particip
  1. hade låtit
  2. hade låtit
  3. hade låtit
  4. hade låtit
  5. hade låtit
  6. hade låtit
blandad
  1. låt!
  3. låt!
  6. låtande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor låta:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geluid maken ljuda; låta
overlaten låta
verhuren hyra; hyra ut; låta

Synoniemen voor "låta":


Wiktionary: låta

Cross Translation:
FromToVia
• låta → laten; toestaan ↔ let — to allow
• låta → klinken; luiden ↔ ring — of something spoken or written, to appear to be, to seem, to sound
• låta → klinken; geluid maken; toon voortbrengen ↔ sound — to produce a sound
• låta → laten ↔ lassen — etwas nicht tun
• låta → laten ↔ lassen — etwas zu tun ermöglichen, erlauben, dulden, hinnehmen
• låta → laten ↔ lassen — veranlassen, machen, dass etwas geschieht
• låta → bellen; aanbellen; luiden; schellen; aflopen; beieren; galmen; kleppen; schalmen; overgaan; gaan; klinken; slaan ↔ sonner — rendre un son.

Verwante vertalingen van lat



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lat (Nederlands) in het Zweeds

lat:

lat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lat (smalle plank; schroot)
    bräda; hylla
    • bräda [-en] zelfstandig naamwoord
    • hylla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräda lat; schroot; smalle plank legbord
hylla lat; schroot; smalle plank legbord; pijnbank; plank; schap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hylla ovatie brengen

Verwante woorden van "lat":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0746 seconde
Page rendered in 1.0 seconds