Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. möda:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor möda (Zweeds) in het Nederlands

möda:

möda [-en] zelfstandig naamwoord

  1. möda (besvär; omständighet)
    de rompslomp; veel gedoe

Vertaal Matrix voor möda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rompslomp besvär; möda; omständighet tjafsa och larva
veel gedoe besvär; möda; omständighet

Synoniemen voor "möda":


Wiktionary: möda


Cross Translation:
FromToVia
möda inspanning; moeite; poging; worsteling effortaction de s’efforcer.
möda verdriet; ergernis; bestraffing; straf; moeite; poging; pijn; wee; zeer peinepunition, sanction ou châtiment infliger(e) pour une faute commettre, pour un acte jugé répréhensible ou coupable.