Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: näsa

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: näsa

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

näsa:
- neus; neus anatomie; tuit; speurzin
Wiktionary:
- näsa → neus
- näsa → neus
- nasa → verkopen

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor näsa (Zweeds) in het Nederlands

näsa:

näsa [-en] zelfstandig naamwoord

näsa (sniffning; nosande; nos)
de neus; neus anatomie
- neus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- neus anatomie [znw.] zelfstandig naamwoord
näsa (snabel; nos)
de tuit
- tuit [de ~] zelfstandig naamwoord
näsa (väderkvorn; känsla; stil; sinne)
de speurzin
- speurzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor näsa:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
neus	nos; nosande; näsa; sniffning
neus anatomie	nos; nosande; näsa; sniffning
speurzin	känsla; näsa; sinne; stil; väderkvorn
tuit	nos; näsa; snabel

Synoniemen voor "näsa":

snok

Wiktionary: näsa

näsa

noun

een orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
- neus → näsa

Cross Translation:

From	To	Via
• näsa	→ neus	↔ nose — protuberance on the face
• näsa	→ neus	↔ Nase — ein Geruchs- und Atmungsorgan in der Mitte des Gesichts
• näsa	→ neus	↔ nez — Appendice au milieu de la figure d’un humain

Verwante vertalingen van näsa