Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. offert:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. offeren:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor offert (Zweeds) in het Nederlands

offert:

offert

  1. offert (förslag; uppskattning; offererat pris)
    de offerte; de prijsopgave
  2. offert
    de offerte
    • offerte [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor offert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
offerte förslag; offererat pris; offert; uppskattning anbud; förslag; offer; offergärd; offergåva
prijsopgave förslag; offererat pris; offert; uppskattning anbud; förslag

Synoniemen voor "offert":


Wiktionary: offert

offert
noun
  1. iets voordelig te koop aanbieden

Cross Translation:
FromToVia
offert bod offer — law: invitation to enter binding contract
offert bestek; prijsopgave quote — a summary of work to be done with a set price
offert aanbieding AngebotBetriebswirtschaftslehre: Kaufvorschlag
offert aanbieding; bod; aanbod; voorslag; voorstel; presentatie; uitvoering; voorstelling; optreden; offerte offreaction d’offrir.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor offert (Nederlands) in het Zweeds

offeren:

offeren werkwoord (offer, offert, offerde, offerden, geofferd)

  1. offeren
    offra
    • offra werkwoord (offrar, offrade, offrat)

Conjugations for offeren:

o.t.t.
  1. offer
  2. offert
  3. offert
  4. offeren
  5. offeren
  6. offeren
o.v.t.
  1. offerde
  2. offerde
  3. offerde
  4. offerden
  5. offerden
  6. offerden
v.t.t.
  1. heb geofferd
  2. hebt geofferd
  3. heeft geofferd
  4. hebben geofferd
  5. hebben geofferd
  6. hebben geofferd
v.v.t.
  1. had geofferd
  2. had geofferd
  3. had geofferd
  4. hadden geofferd
  5. hadden geofferd
  6. hadden geofferd
o.t.t.t.
  1. zal offeren
  2. zult offeren
  3. zal offeren
  4. zullen offeren
  5. zullen offeren
  6. zullen offeren
o.v.t.t.
  1. zou offeren
  2. zou offeren
  3. zou offeren
  4. zouden offeren
  5. zouden offeren
  6. zouden offeren
en verder
  1. ben geofferd
  2. bent geofferd
  3. is geofferd
  4. zijn geofferd
  5. zijn geofferd
  6. zijn geofferd
diversen
  1. offer!
  2. offert!
  3. geofferd
  4. offerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor offeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
offra offeren heiligschennis; ontheiliging; sacrilege
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
offra offeren opgeven; opofferen; prijsgeven

Verwante woorden van "offeren":


Wiktionary: offeren


Cross Translation:
FromToVia
offeren offra sacrifice — to offer as a gift to a deity
offeren offra sacrifice — to give away something valuable in order to gain something else of value
offeren offra sacrifier — Traductions à trier suivant le sens