Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ohövlig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ohövlig (Zweeds) in het Nederlands

ohövlig:

ohövlig bijvoeglijk naamwoord

  1. ohövlig (otrevligt; oartigt; ohyfsat; oartig; ohövligt)
    onvriendelijk; onverdraagzaam; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onwelwillend
  2. ohövlig (oartigt; ohyfsad; ohövligt; ohyfsat)
    onvriendelijk; onhebbelijk

Vertaal Matrix voor ohövlig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onaardig oartig; oartigt; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt
onhartelijk oartig; oartigt; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt
onhebbelijk oartig; oartigt; ohyfsad; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt
onverdraagzaam oartig; oartigt; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt
onvriendelijk oartig; oartigt; ohyfsad; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt kärt; kärv
onwelwillend oartig; oartigt; ohyfsat; ohövlig; ohövligt; otrevligt motvillig; motvilligt; ovilligt

Synoniemen voor "ohövlig":


Wiktionary: ohövlig


Cross Translation:
FromToVia
ohövlig grof rude — bad-mannered
ohövlig onbeleefd unhöflich — die Umgangsformen verletzend
ohövlig honds; lomp; onbeleefd; onheus; vlegelachtig impolipersonne qui n'a aucune politesse.