Sektion: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

sektion:
- doorsnee; afdeling; departement; detachement; sectie; tak; segment; bestuursregio
Wiktionary:
- sektion → afdeling, geleding, sectie, tak, dienst, eetservies, servies, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sektion (Zweeds) in het Nederlands

sektion (genomsnitt)
de doorsnee
- doorsnee [de ~] zelfstandig naamwoord
sektion (avdelning)
de afdeling; de departement; de detachement; de sectie; de tak
- afdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- departement [de ~] zelfstandig naamwoord
- detachement [de ~] zelfstandig naamwoord
- sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
sektion (avdelning)
de sectie
- sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
sektion (segment; del)
het segment
- segment [het ~] zelfstandig naamwoord
sektion (avdelning; institution; förvaltningsområde)
de departement; bestuursregio
- departement [de ~] zelfstandig naamwoord
- bestuursregio [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afdeling	avdelning; sektion	avdelning; division; fördelning; indelning; uppdelning
bestuursregio	avdelning; förvaltningsområde; institution; sektion
departement	avdelning; förvaltningsområde; institution; sektion	departement; domsrätt; jurisdiktion; ministerium
detachement	avdelning; sektion
doorsnee	genomsnitt; sektion	genomsnitt; medelmåtta; medelmåttighet
sectie	avdelning; sektion	autopsie; avdelning; avdelningskontor; avsnitt; division; filial; fördelning; gren; indelning; kvarter; obduktion; område; presentationsavsnitt; stadsdel; uppdelning
segment	del; segment; sektion	kontokodssegment; segment; sektor
tak	avdelning; sektion	gren; lövruska; trädgren
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doorsnee		genomsnittlig; genomsnittligt

Cross Translation:

From	To	Via
• sektion	→ afdeling; geleding; sectie; tak	↔ branche — Traductions à trier suivant le sens
• sektion	→ afdeling; geleding; sectie	↔ section — action de couper, de diviser ou résultat de cette action.
• sektion	→ dienst; eetservies; servies; afdeling; geleding; sectie; ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats	↔ service — état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité.