Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sladd:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sladd (Zweeds) in het Nederlands

sladd:

sladd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sladd (sträng; snöre)
    de snaar
    • snaar [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. sladd (kabel)
    de snoeren; de elektriciteitssnoeren

Vertaal Matrix voor sladd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elektriciteitssnoeren kabel; sladd strömtrådar
snaar sladd; snöre; sträng
snoeren kabel; sladd band; linor; rep; snören
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snoeren stränga

Synoniemen voor "sladd":


Wiktionary: sladd

sladd
noun
  1. elektriciteitskabel

Cross Translation:
FromToVia
sladd kabel cord — wires surrounded by a coating, used to supply electricity
sladd koord; lijn; snoer; touw; koorde cordetortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.