Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tross:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tross (Zweeds) in het Nederlands

tross:

tross [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tross (tåg; kabel; kätting)
    scheepskabel; het kabeltouw; de kabel
  2. tross (rep; kätting)
    scheepstouw

Vertaal Matrix voor tross:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kabel kabel; kätting; tross; tåg kabel; ledning
kabeltouw kabel; kätting; tross; tåg
scheepskabel kabel; kätting; tross; tåg
scheepstouw kätting; rep; tross

Synoniemen voor "tross":


Wiktionary: tross

tross
noun
  1. een scheepskabel

Cross Translation:
FromToVia
tross kabel; tros cable — heavy rope or chain as used for mooring
tross draadkabel Drahtseil — ein Seil, dessen einzelne Litzen und Kardeelen nicht aus Fasern, sondern aus Stahl bestehenWikipedia|Drahtseil
tross kabel Kabel — Drahtseil
tross bagage bagage — désuet|fr équipage de voyage ou de guerre.