Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verkligen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor verkligen (Zweeds) in het Nederlands

verkligen:

verkligen

  1. verkligen (ja visst; visserligen)

verkligen bijvoeglijk naamwoord

  1. verkligen (ja)
    wel; jawel
    • wel bijwoord
    • jawel bijvoeglijk naamwoord
  2. verkligen (faktiskt)
    eigenlijk; werkelijk
  3. verkligen (absolut; definitiv)
    inderdaad; jazeker; jawel
  4. verkligen
    zeker; waarlijk; jazeker
  5. verkligen
    weliswaar
  6. verkligen (i sanning)
    voorwaar

Vertaal Matrix voor verkligen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wel brunn
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eigenlijk faktiskt; verkligen
werkelijk faktiskt; verkligen de facto; riktig; säkerligen; verklig; verkligt; äkta
zeker verkligen förbehållslös; förbehållslöst; helt och hållet; helt säkert; i och för sig; naturligtvis; obestridlig; obestridligt; otvivlat; ovillkorligt; sannerlig; sannerligt; säker; säkert; utan tvivel; verklig; villkorslös; villkorslöst
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inderdaad absolut; definitiv; verkligen
voorwaar i sanning; verkligen
waarlijk verkligen obestridlig; obestridligt; otvivlat; sannerlig; sannerligt; säkert; verklig
wel ja; verkligen jo
weliswaar verkligen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
inderdaad ja visst; verkligen; visserligen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja ja visst; verkligen; visserligen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja ja
jawel absolut; definitiv; ja; verkligen
jazeker absolut; definitiv; verkligen

Synoniemen voor "verkligen":


Wiktionary: verkligen


Cross Translation:
FromToVia
verkligen feitelijk; werkelijkheid; eigenlijk actually — really
verkligen werkelijk really — actually
verkligen werkelijk really — informally, as an intensifier; very, very much
verkligen echter aber — Ausdruck einer Verstärkung