Ägare in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

ägare:
- eigenaar; houder; bezitter; drager; vrouwelijke eigenaar; eigenares; bezitster; waard; kroegbaas; café-eigenaar; exploitant
Wiktionary:
- ägare → uitbater, eigenaar, eigenares, bezitter, bezitster

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ägare (Zweeds) in het Nederlands

ägare
de eigenaar; de houder; de bezitter; de drager
- eigenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- houder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bezitter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- drager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
ägare
vrouwelijke eigenaar; de eigenares
- vrouwelijke eigenaar [znw.] zelfstandig naamwoord
- eigenares [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
ägare
de eigenaar
- eigenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
ägare (besittare; innehavare)
de bezitster
- bezitster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
ägare (värdshusvärd; krögare)
de waard; de kroegbaas; de café-eigenaar
- waard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kroegbaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- café-eigenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
ägare (operatör; driftsledare)
de exploitant
- exploitant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezitster	besittare; innehavare; ägare
bezitter	ägare
café-eigenaar	krögare; värdshusvärd; ägare
drager	ägare	bärare
eigenaar	ägare
eigenares	ägare
exploitant	driftsledare; operatör; ägare
houder	ägare	pennhållare; pennskaft; pennställ; vagga
kroegbaas	krögare; värdshusvärd; ägare	affärsinnehavare; föreståndare
vrouwelijke eigenaar	ägare
waard	krögare; värdshusvärd; ägare	affärsinnehavare; föreståndare; värdshusvärd
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
waard		värd; värt

Cross Translation:

From	To	Via
• ägare	→ uitbater	↔ Eigentümer — diejenige Person, die die rechtliche Herrschaft über eine Sache hat
• ägare	→ eigenaar; eigenares; bezitter; bezitster	↔ owner — one who owns