Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal anpassande

Vertaal anpassande van Zweeds naar Nederlands

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anpassande:
  2. anpassa:
  3. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor anpassande (Zweeds) in het Nederlands

anpassande:

anpassande zelfstandig naamwoord

  1. anpassande (justerande)
    instellen; afregelen; het ijken
    • instellen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • afregelen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ijken [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor anpassande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afregelen anpassande; justerande
ijken anpassande; justerande
instellen anpassande; justerande ställa in
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instellen anpassa; etablera; grunda; justera

anpassa:

anpassa werkwoord (anpassar, anpassade, anpassat)

  1. anpassa (justera)
    aanpassen; bijstellen
    • aanpassen werkwoord (pas aan, past aan, paste aan, pasten aan, aangepast)
    • bijstellen werkwoord (stel bij, stelt bij, stelde bij, stelden bij, bijgesteld)
  2. anpassa (justera)
    instellen; afstemmen
    • instellen werkwoord (stel in, stelt in, stelde in, stelden in, ingesteld)
    • afstemmen werkwoord (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
  3. anpassa (inhysa)
    accommoderen
    • accommoderen werkwoord (accomodeer, accomodeert, accomodeerde, accomodeerden, geaccomodeerd)
  4. anpassa (foga)
    assimileren
    • assimileren werkwoord (assimileer, assimileert, assimileerde, assimileerden, geassimileerd)
  5. anpassa
    aanpassen
    • aanpassen werkwoord (pas aan, past aan, paste aan, pasten aan, aangepast)
  6. anpassa
    personaliseren

Conjugations for anpassa:

presens
  1. anpassar
  2. anpassar
  3. anpassar
  4. anpassar
  5. anpassar
  6. anpassar
imperfekt
  1. anpassade
  2. anpassade
  3. anpassade
  4. anpassade
  5. anpassade
  6. anpassade
framtid 1
  1. kommer att anpassa
  2. kommer att anpassa
  3. kommer att anpassa
  4. kommer att anpassa
  5. kommer att anpassa
  6. kommer att anpassa
framtid 2
  1. skall anpassa
  2. skall anpassa
  3. skall anpassa
  4. skall anpassa
  5. skall anpassa
  6. skall anpassa
conditional
  1. skulle anpassa
  2. skulle anpassa
  3. skulle anpassa
  4. skulle anpassa
  5. skulle anpassa
  6. skulle anpassa
perfekt particip
  1. har anpassat
  2. har anpassat
  3. har anpassat
  4. har anpassat
  5. har anpassat
  6. har anpassat
imperfekt particip
  1. hade anpassat
  2. hade anpassat
  3. hade anpassat
  4. hade anpassat
  5. hade anpassat
  6. hade anpassat
blandad
  1. anpassa!
  3. anpassa!
  5. anpassad
  6. anpassande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor anpassa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstemmen avstämmning; ställa in
assimileren anpassa sig till något; lägga ner sig vid
instellen anpassande; justerande; ställa in
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanpassen anpassa; justera acklimatisera sig; anpassning; iordningställa; preparera; prova att ha på sig; slå sig till ro; vänja sig vid
accommoderen anpassa; inhysa härbärgera; inkvartera
afstemmen anpassa; justera avslå; avstämma; avsäga; avvisa; förkasta; förneka; försmå; förvägra; justera; nerrösta; ställa in; stämma av; uppsäga
assimileren anpassa; foga
bijstellen anpassa; justera avstämma; justera
instellen anpassa; justera etablera; grunda
personaliseren anpassa

Synoniemen voor "anpassa":


Wiktionary: anpassa

Cross Translation:
FromToVia
• anpassa → aanpassen; accommoderen; aanrichten; arrangeren; ordenen; regelen ↔ accommoder — donner, procurer de la commodité.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0259 seconde
Page rendered in 1.0 seconds