Beteende in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

beteende:
- gedrag; gedragswijze; handelwijze; optreden; manier; omgangsvormen; manieren; fatsoen
Wiktionary:
- beteende → gedrag
- beteende → gedragingen, gedrag, gedragswijze, bereidingswijze, procédé, werkwijze, houding, wandel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor beteende (Zweeds) in het Nederlands

beteende (uppförande)
het gedrag; de gedragswijze; de handelwijze; het optreden; de manier
- gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
- gedragswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
- handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
- optreden [het ~] zelfstandig naamwoord
- manier [de ~] zelfstandig naamwoord
beteende (personligt uppträdande; uppförande)
de omgangsvormen; de manieren; het fatsoen
- omgangsvormen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- manieren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- fatsoen [het ~] zelfstandig naamwoord
beteende
het gedrag
- gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fatsoen	beteende; personligt uppträdande; uppförande	aktningsvärdig; anständighet; artighet; etikett; god uppfostran; hövlighet; respektabilitet
gedrag	beteende; uppförande	kurs; värde
gedragswijze	beteende; uppförande
handelwijze	beteende; uppförande	metod; sätt
manier	beteende; uppförande	metod; sätt
manieren	beteende; personligt uppträdande; uppförande
omgangsvormen	beteende; personligt uppträdande; uppförande
optreden	beteende; uppförande
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
optreden		arbeta; fortsätta; fungera; uppträda

beteende

noun

de manier waarop iemand optreedt of iets ergens op reageert
- gedrag → beteende; uppförande; sätt

Cross Translation:

From	To	Via
• beteende	→ gedragingen; gedrag	↔ behavior — way an animal or human behaves or acts
• beteende	→ gedrag; gedragingen	↔ behaviour — way an animal or human behaves or acts
• beteende	→ gedrag; gedragingen	↔ behaviour — the way matter moves or acts
• beteende	→ gedragswijze	↔ demeanor — The outward way in which a person behaves
• beteende	→ bereidingswijze; procédé; werkwijze; gedrag; houding; wandel	↔ procédé — conduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.