Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brukbar:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brukbar (Zweeds) in het Nederlands

brukbar:

brukbar bijvoeglijk naamwoord

  1. brukbar (brukbart)
    nuttig; handig
  2. brukbar (brukbart; användbart)
    bruikbare
  3. brukbar (brukbart; användbart)
    nuttig; bruikbaar; inzetbaar; handig; werkbaar

Vertaal Matrix voor brukbar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruikbaar användbart; brukbar; brukbart användbar; användbart
handig användbart; brukbar; brukbart duktig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt; händigt; kunnig; kunnigt; skickligt
inzetbaar användbart; brukbar; brukbart
nuttig användbart; brukbar; brukbart användbar; användbart; praktisk; praktiskt
werkbaar användbart; brukbar; brukbart
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruikbare användbart; brukbar; brukbart

Synoniemen voor "brukbar":