Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dogm (Zweeds) in het Nederlands

dogm:

dogm [-en] zelfstandig naamwoord

  1. dogm (religiös doktrin; version; läsart; troslära)
    de leerstelling; het leerstuk; de geloofsleer; de leer; de lering
  2. dogm (lärosats; trossats)
    het dogma; het geloofsartikel
  3. dogm (lärosats; trossats)
    het dogma; de leerstelling; het leerbegrip
  4. dogm
    het dogma; vaststaande leerstelling
  5. dogm (axiom; maxim; grundsats)
    het axioma; de grondstelling; grondeigenschap

Vertaal Matrix voor dogm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
axioma axiom; dogm; grundsats; maxim
dogma dogm; lärosats; trossats
geloofsartikel dogm; lärosats; trossats
geloofsleer dogm; läsart; religiös doktrin; troslära; version
grondeigenschap axiom; dogm; grundsats; maxim
grondstelling axiom; dogm; grundsats; maxim bas; grund tanken; grundförutsättning; huvud förslag; startpunkt; utgångspunkt
leer dogm; läsart; religiös doktrin; troslära; version läder; trappstege
leerbegrip dogm; lärosats; trossats
leerstelling dogm; lärosats; läsart; religiös doktrin; troslära; trossats; version
leerstuk dogm; läsart; religiös doktrin; troslära; version
lering dogm; läsart; religiös doktrin; troslära; version lektion; läxa; reprimand; undervisning
vaststaande leerstelling dogm
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
leer läder

Synoniemen voor "dogm":


Wiktionary: dogm


Cross Translation:
FromToVia
dogm dogma; leerstelling; leerstuk dogmeposition d’un courant de pensée ; point doctrinal ; principe établi ou regardé comme une vérité incontestable.