Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. duk:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor duk (Zweeds) in het Nederlands

duk:

duk [-en] zelfstandig naamwoord

  1. duk (trasa)
    de doek
    – lap stof 1
    • doek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • met een doek maak ik de tafel schoon1
    de lap
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. duk (trasa; putstrasa)
    stuk stof; de lap
    • stuk stof [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. duk (bordsduk)
    het tafelkleedje; het laken; het tafelkleed; het tafellaken
  4. duk (putstrasa)
    het doekje
    • doekje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor duk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doek duk; trasa bild; målning; tavla
doekje duk; putstrasa
laken bordsduk; duk lakan; ulltyg
lap duk; putstrasa; trasa lump; putsduk; putstrasa; skräp
stuk stof duk; putstrasa; trasa
tafelkleed bordsduk; duk
tafelkleedje bordsduk; duk
tafellaken bordsduk; duk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laken förebrå; hysa agg till någon; klandra; klandra någon; vanära

Wiktionary: duk


Cross Translation:
FromToVia
duk zaal screen — the viewing area of a movie
duk dekservet; tafellaken nappeLinge (1):

Verwante vertalingen van duk