Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. förmögen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förmögen (Zweeds) in het Nederlands

förmögen:

förmögen bijvoeglijk naamwoord

  1. förmögen (vuxen)
    mondig; voor zichzelf opkomend

Vertaal Matrix voor förmögen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mondig förmögen; vuxen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voor zichzelf opkomend förmögen; vuxen

Synoniemen voor "förmögen":


Wiktionary: förmögen


Cross Translation:
FromToVia
förmögen welgesteld affluent — abounding in goods or riches; materially wealthy
förmögen welgesteld well-to-do — rich