Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal förra

Vertaal förra van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

förra:
- voormalig; voormalige; vroeger; vorige; vroegere; ex; voorheen; geweest; gewezen; toenmalig
- vorige
Wiktionary:
- förra → vorig, afgelopen, laatst, vorig jaar

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förra (Zweeds) in het Nederlands

förra:

förra bijvoeglijk naamwoord

förra (försenat; ex-; försenad)
voormalig; voormalige; vroeger; vorige; vroegere; ex; voorheen; geweest; gewezen; toenmalig
- voormalig bijvoeglijk naamwoord
- voormalige bijvoeglijk naamwoord
- vroeger bijvoeglijk naamwoord
- vorige bijvoeglijk naamwoord
- vroegere bijvoeglijk naamwoord
- ex bijvoeglijk naamwoord
- voorheen bijwoord
- geweest bijvoeglijk naamwoord
- gewezen bijvoeglijk naamwoord
- toenmalig bijvoeglijk naamwoord

förra zelfstandig naamwoord

förra (sista)
vorige
- vorige [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor förra:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vorige	förra; sista
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gewezen	ex-; förra; försenad; försenat	pensionerad; pensionerat; tillbakadragen; tillbakadraget
toenmalig	ex-; förra; försenad; försenat	på den tiden
voormalig	ex-; förra; försenad; försenat
vroeger	ex-; förra; försenad; försenat	förr i tiden; tidigare
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
voorheen	ex-; förra; försenad; försenat	förr i tiden; tidigare
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ex	ex-; förra; försenad; försenat
geweest	ex-; förra; försenad; försenat
voormalige	ex-; förra; försenad; försenat
vorige	ex-; förra; försenad; försenat
vroegere	ex-; förra; försenad; försenat

Synoniemen voor "förra":

förutvarande; tidigare

Wiktionary: förra

Cross Translation:

From	To	Via
• förra	→ vorig; afgelopen; laatst	↔ last — Most recent
• förra	→ vorig jaar	↔ last year — year before this one
• förra	→ vorig	↔ previous — prior