Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fadd:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fadd (Zweeds) in het Nederlands

fadd:

fadd bijvoeglijk naamwoord

  1. fadd (gammalt; unken; osmakligt; )
    onfris; muf
    • onfris bijvoeglijk naamwoord
    • muf bijvoeglijk naamwoord
  2. fadd (platt; tråkigt; torr; )
    plat; oud; oudbakken; verschaald; oubakken; muf

Vertaal Matrix voor fadd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muf avslagen; avslaget; fadd; gammalt; ledsamt; osmaklig; osmakligt; platt; torr; torrt; tråkigt; unken; unket dammig; dammigt; instängd; instängt; kvalmigt
onfris avslaget; fadd; gammalt; osmaklig; osmakligt; unken; unket
oud avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt antik; antikt; sliten; slitet; utsliten; utslitet; åldrad; åldrat
oudbakken avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt
plat avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt banalt; billig; billigt; flat; folk-; grov; grovt; horisontalt; jämnt; lent; lugn; lugnt; mild; milt; oanständig; oanständigt; obscent; ohyfsad; ohyfsat; platt; plump; plumpt; rått; slät; slätt; snuskig; snuskigt; under bältet; vulgärt; vågrät
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oubakken avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt
verschaald avslagen; avslaget; fadd; ledsamt; platt; torr; torrt; tråkigt

Synoniemen voor "fadd":


Wiktionary: fadd


Cross Translation:
FromToVia
fadd smaakloos bland — Lacking in taste or vigor

Verwante vertalingen van fadd