Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal fastighet

Vertaal fastighet van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

fastighet:
- vastgoed; onroerende goederen; onroerende zaken
Wiktionary:
- fastighet → pand
- fastighet → vastgoed, immobiliën, bouwwerk, gebouw, perceel, bouwsel, constructie, herenhuis

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fastighet (Zweeds) in het Nederlands

fastighet:

fastighet [-en] zelfstandig naamwoord

fastighet (fast egendom)
het vastgoed; onroerende goederen; onroerende zaken
- vastgoed [het ~] zelfstandig naamwoord
- onroerende goederen [znw.] zelfstandig naamwoord
- onroerende zaken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fastighet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onroerende goederen	fast egendom; fastighet
onroerende zaken	fast egendom; fastighet
vastgoed	fast egendom; fastighet	fast egendom

Synoniemen voor "fastighet":

kåk; byggnad

Wiktionary: fastighet

fastighet

noun

een gebouw
- pand → fastighet

Cross Translation:

From	To	Via
• fastighet	→ vastgoed; immobiliën	↔ real estate — property that cannot easily be moved
• fastighet	→ bouwwerk; gebouw; perceel; bouwsel; constructie; herenhuis	↔ immeuble — droit\|fr bien qui ne peut transporter d’un lieu à un autre ou qu’il interdire par la loi d’déplacer.