Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flaga:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flaga (Zweeds) in het Nederlands

flaga:

flaga [-en] zelfstandig naamwoord

  1. flaga (fjälla)
    de spaander
    • spaander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. flaga (flisa; flak; flinga)
    de vlok; het dotje
    • vlok [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dotje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flaga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dotje flaga; flak; flinga; flisa
spaander fjälla; flaga
vlok flaga; flak; flinga; flisa

Wiktionary: flaga


Cross Translation:
FromToVia
flaga schilfer; vlok flake — thin chiplike layer
flaga pellen pellen — Haut oder Schale entfernen

Verwante vertalingen van flaga