Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flagga (Zweeds) in het Nederlands

flagga:

flagga [-en] zelfstandig naamwoord

  1. flagga
    de vlag; de banier; de standaard; het vendel; het vaandel; de vaan
    • vlag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • banier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • standaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vendel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaandel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaan [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. flagga
    het ruitertje
  3. flagga
    de vlag
    • vlag [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. flagga
    de vlag; de markering
    • vlag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • markering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. flagga
    de markering

flagga werkwoord

  1. flagga
    markeren
    • markeren werkwoord (markeer, markeert, markeerde, markeerden, gemarkeerd)

Vertaal Matrix voor flagga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banier flagga
markering flagga markering
ruitertje flagga
standaard flagga norm; standard; stöd
vaan flagga
vaandel flagga webbannons
vendel flagga
vlag flagga
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
markeren flagga brännmärka; markera
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
standaard som standard

Synoniemen voor "flagga":


Wiktionary: flagga

flagga
noun
  1. een lap stof met op vaste wijze geschikte kleuren die gevoerd wordt als symbool van een partij of natie

Cross Translation:
FromToVia
flagga vlag; vaandel flag — piece of cloth
flagga vlag flag — true-or-false variable
flagga markeren flag — to mark with a flag
flagga banier; veldteken; standaard; vaandel; vendel; wimpel; vaan; dundoek; vlag; kleuren drapeaupièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[
flagga met vlaggen versieren pavoiser — marine|fr garnir un bâtiment de ses pavois et pavillons.

Verwante vertalingen van flagga