Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flertal:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flertal (Zweeds) in het Nederlands

flertal:

flertal [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. flertal (plural)
    het meervoud
    • meervoud [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flertal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meervoud flertal; plural

Synoniemen voor "flertal":


Wiktionary: flertal


Cross Translation:
FromToVia
flertal meeste most — majority of
flertal meervoudig; meervoudige plural — more than one
flertal meervoud MehrzahlLinguistik: deutsche Bezeichnung für Plural; Flexionskategorie mit der Bedeutung „mehr als 1“