Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal full

Vertaal full van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

full:
- aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; plenair; kompleet; voltallig
Wiktionary:
- full → vol
- full → dronken, zat, bezopen, beschonken, blauw, beladen, vol, compleet, gans, heel, geheel, volkomen, volslagen, totaal, volledig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor full (Zweeds) in het Nederlands

full:

full bijvoeglijk naamwoord

full (onyktert; fullt; onykter; berusat; påverkat)
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken
- aangeschoten bijvoeglijk naamwoord
- beneveld bijvoeglijk naamwoord
- beschonken bijvoeglijk naamwoord
- dronken bijvoeglijk naamwoord
full (komplett)
plenair; kompleet; voltallig
- plenair bijvoeglijk naamwoord
- kompleet bijvoeglijk naamwoord
- voltallig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor full:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangeschoten	berusat; full; fullt; onykter; onyktert; påverkat	halvt berusat; lätt berusad; lätt berusat; pirum; skadskjutet; sårad; sårat; träffad; träffat
beschonken	berusat; full; fullt; onykter; onyktert; påverkat	berusat; drucken; drucket; halvt berusat; lätt berusad; lätt berusat; pirum; på lyset
dronken	berusat; full; fullt; onykter; onyktert; påverkat	berusat; drucken; drucket; på lyset
plenair	full; komplett
voltallig	full; komplett
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beneveld	berusat; full; fullt; onykter; onyktert; påverkat	dimmig; dimmigt; disig; disigt; halvt berusat; lätt berusad; lätt berusat; pirum; suddigt
kompleet	full; komplett	fullständig; fullständigt

Synoniemen voor "full":

plakat; rund om fötterna; späckad; komplett; aprak; vimmelkantig; dyngrak; drucken; alkoholpåverkad; rund under fötterna; tankad; berusad; packad; onykter; dragen; på lyset; på pickalurven; på sniskan; helhet; på kanelen

Wiktionary: full

full

adjective

geheel gevuld
- vol → full

Cross Translation:

From	To	Via
• full	→ dronken; zat; bezopen; beschonken; blauw	↔ drunk — intoxicated after drinking too much alcohol
• full	→ beschonken; zat; dronken	↔ drunken — In the state of alcoholic intoxication
• full	→ beladen; vol	↔ fraught — Charged or accompanied with
• full	→ vol	↔ full — containing the maximum possible amount
• full	→ compleet; gans; heel; geheel; vol; volkomen; volslagen; totaal; volledig	↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
• full	→ beschonken; dronken; zat	↔ ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.

Verwante vertalingen van full