Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gård (Zweeds) in het Nederlands

gård:

gård

  1. gård (gårdsplan)
    de tuin
    • tuin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

gård [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gård (gårdsplan)
    de binnenplaats; de cour; de hof
    • binnenplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
    • cour [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. gård (hemman)
    de boerenerven; boerenterreinen

Vertaal Matrix voor gård:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenplaats gård; gårdsplan
boerenerven gård; hemman
boerenterreinen gård; hemman
cour gård; gårdsplan
hof gård; gårdsplan domstol; kringbyggd gård; kringbyggd gård vid bondgård; offentlig trädgård; park; rätt; tingshus
tuin gård; gårdsplan trädgård

Synoniemen voor "gård":


Wiktionary: gård


Cross Translation:
FromToVia
gård koer; hof; binnenruimte court — enclosed space; a courtyard
gård boerderij farm — a place where agricultural activities take place
gård plein place — open space, courtyard, market square
gård erf yard — land around a house
gård boerderij BauernhofLandwirtschaft: Wohnhaus, Stallungen, Wirtschaftsgelände und Felder, die zusammengenommen einen kleinen landwirtschaftlichen Betrieb darstellen
gård hof; gerechtshof; erf; binnenplaats; plaats courespace découvert qui dépendre d’une maison, d’un hôtel, etc., et qui est entourer de murs ou de bâtiments.
gård afdeling; branche; tak; vak; boerderij; goed; landgoed; bezitting domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
gård kapitaal; vermogen; fonds; boerderij; goed; landgoed; bezitting fondsensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.
gård eigendom; eigendomsrecht; allooi; eigenschap; kwaliteit; boerderij; goed; landgoed; bezitting propriété — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van gård