Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal gummi

Vertaal gummi van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

gummi:
- preservatief; condoom; kapotje; rubber
Wiktionary:
- gummi → rubber
- gummi → vlakgom, rubber, gum, condoom, elastiek, gummi

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gummi (Zweeds) in het Nederlands

gummi:

gummi [-ett] zelfstandig naamwoord

gummi (kondom)
het preservatief; het condoom; het kapotje
- preservatief [het ~] zelfstandig naamwoord
- condoom [het ~] zelfstandig naamwoord
- kapotje [het ~] zelfstandig naamwoord
gummi
de rubber
- rubber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gummi:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
condoom	gummi; kondom
kapotje	gummi; kondom
preservatief	gummi; kondom
rubber	gummi

Synoniemen voor "gummi":

kondom

Wiktionary: gummi

gummi

noun

een uit het sap van de rubberboom vervaardigd elastisch materiaal
- rubber → gummi

Cross Translation:

From	To	Via
• gummi	→ vlakgom	↔ Gummi — (umgangssprachlich) Radiergummi
• gummi	→ rubber	↔ Gummi — Kautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte
• gummi	→ rubber	↔ Gummi — (umgangssprachlich) Kondom
• gummi	→ gum	↔ rubber — eraser
• gummi	→ condoom	↔ rubber — condom
• gummi	→ elastiek; gummi; rubber	↔ caoutchouc — À classer selon le sens

Verwante vertalingen van gummi