Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. häl:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor häl (Zweeds) in het Nederlands

häl:

häl [-en] zelfstandig naamwoord

  1. häl
    de hiel
    • hiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. häl (klack)
    de slagzij
    • slagzij [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor häl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hiel häl
slagzij häl; klack

Synoniemen voor "häl":

  • bakfot

Wiktionary: häl

häl
noun
  1. een enigszins uitstekend deel achteraan de voet

Cross Translation:
FromToVia
häl hiel heel — (anatomy) part of the foot
häl hiel talon — Partie de l’arrière du pied

Verwante vertalingen van häl