Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hälsning (Zweeds) in het Nederlands

hälsning:

hälsning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hälsning
    de groet; de groeten
    • groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • groeten [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. hälsning (vaälkomnande; salut)
    de groet; de welkomstgroet; de begroeting; het saluut
  3. hälsning (handslag)
    de groet; het handgebaar
    • groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handgebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. hälsning (hälsning med gest; honnör)
    het salvo; een salvo toejuichingen
  5. hälsning (salut)
    eregroet

Vertaal Matrix voor hälsning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begroeting hälsning; salut; vaälkomnande
een salvo toejuichingen honnör; hälsning; hälsning med gest
eregroet hälsning; salut
groet handslag; hälsning; salut; vaälkomnande
groeten hälsning
handgebaar handslag; hälsning
saluut hälsning; salut; vaälkomnande militär salut
salvo honnör; hälsning; hälsning med gest
welkomstgroet hälsning; salut; vaälkomnande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groeten hälsa; hälsa välkommen; salutera; välkomna

Synoniemen voor "hälsning":


Verwante vertalingen van hälsning