Zweeds

Uitgebreide vertaling voor inkomst (Zweeds) in het Nederlands

inkomst:

inkomst [-en] zelfstandig naamwoord

  1. inkomst (lön; betalning; avlöning)
    het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde
    • honorarium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • salaris [het ~] zelfstandig naamwoord
    • loon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bezoldiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verdienste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gage [de ~] zelfstandig naamwoord
    • arbeidsloon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • traktement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • soldij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • wedde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. inkomst (lön; betalning)
    het salaris; het loon; inkomen uit onderneming; het inkomen
  3. inkomst (frukten av ens arbete)
    het arbeidsinkomen; het salaris; het loon; het inkomen
  4. inkomst
    de inkomsten; de verdiensten; de ontvangsten
  5. inkomst
    het inkomen
    • inkomen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inkomst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidsinkomen frukten av ens arbete; inkomst
arbeidsloon avlöning; betalning; inkomst; lön produktionskostnad; tillverkningskostnad
bezoldiging avlöning; betalning; inkomst; lön avlöning; lön
gage avlöning; betalning; inkomst; lön avlöning; lön
honorarium avlöning; betalning; inkomst; lön
inkomen betalning; frukten av ens arbete; inkomst; lön avlöning; lön
inkomen uit onderneming betalning; inkomst; lön
inkomsten inkomst intäkt
loon avlöning; betalning; frukten av ens arbete; inkomst; lön avlöning; belöning; lön
ontvangsten inkomst
salaris avlöning; betalning; frukten av ens arbete; inkomst; lön avlöning; lön
soldij avlöning; betalning; inkomst; lön avgift; betalning
traktement avlöning; betalning; inkomst; lön
verdienste avlöning; betalning; inkomst; lön förtjänst; merit
verdiensten inkomst förtjänster
wedde avlöning; betalning; inkomst; lön avgift; betalning

Synoniemen voor "inkomst":


Wiktionary: inkomst


Cross Translation:
FromToVia
inkomst inkomen income — Money one earns by working or by capitalising on the work of others
inkomst ontvangsten; inkomsten receipt — amount received
inkomst inkomen Einkommen — das Geld, das jemand in einem bestimmten Zeitraum bekommt, meist als Lohn, Gehalt oder als Gewinn aus Geschäften; Einkünfte

Verwante vertalingen van inkomst