Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intim:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor intim (Zweeds) in het Nederlands

intim:

intim bijvoeglijk naamwoord

  1. intim (förtrolig; intimt; innerligt; förtroligt)
    intiem; vertrouwelijk

Vertaal Matrix voor intim:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intiem förtrolig; förtroligt; innerligt; intim; intimt
vertrouwelijk förtrolig; förtroligt; innerligt; intim; intimt konfidentiell; konfidentiellt; privat

Synoniemen voor "intim":


Wiktionary: intim


Cross Translation:
FromToVia
intim innig intimate — closely acquainted; familiar
intim gezellig; innig; intiem; knus; vertrouwelijk intimeprofondément intérieur, en parlant surtout de ce qui fait l’essence réelle d’une chose.

Verwante vertalingen van intim