Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kallelse:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kallelse (Zweeds) in het Nederlands

kallelse:

kallelse [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kallelse
    de vocatie; de roeping
    • vocatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • roeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. kallelse
    de dagvaarding
  3. kallelse
    de convocatie; de oproeping
  4. kallelse (upprop)
    de aanroeping
  5. kallelse (inkallande; befallning)
    de dagvaardingen; de dagingen
  6. kallelse (sammankallande; upprop; inkallelse)
    de roep; het geschreeuw; het geroep
    • roep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geroep [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kallelse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanroeping kallelse; upprop
convocatie kallelse kungörelse; tillkännagivande; upplysning
dagingen befallning; inkallande; kallelse
dagvaarding kallelse frammaningar
dagvaardingen befallning; inkallande; kallelse
geroep inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop
geschreeuw inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop galande; hojtande; ropande; rytande; skrikande; tjutande; vrålanede
oproeping kallelse
roep inkallelse; kallelse; sammankallande; upprop anseende; reputation; rykte; skrik; upprop
roeping kallelse avsändning; expediering; spedition; uträttande
vocatie kallelse

Synoniemen voor "kallelse":

  • anrop

Wiktionary: kallelse


Cross Translation:
FromToVia
kallelse roeping Berufung — besondere Befähigung, die jemand als Auftrag empfindet