Korn in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

korn:
- gerst; mout; zaadje; zaadkorrel; gort; grutten; gepelde gerst; graan; korrel; grein; korreltje
Wiktionary:
- korn → gerst
- korn → gerst, korrel, graankorrel, pit, zaadkorrel, zaad, pitje

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor korn (Zweeds) in het Nederlands

korn
de gerst; de mout
- gerst [de ~] zelfstandig naamwoord
- mout [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
korn
het zaadje; de zaadkorrel
- zaadje [het ~] zelfstandig naamwoord
- zaadkorrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
korn
de gort; de grutten; gepelde gerst
- gort [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- grutten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- gepelde gerst [znw.] zelfstandig naamwoord
korn
de gerst
- gerst [de ~] zelfstandig naamwoord
korn (gryn)
het graan
- graan [het ~] zelfstandig naamwoord
korn (frö; sädeskorn; sädesfrö)
de korrel; het grein; het korreltje
- korrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- grein [het ~] zelfstandig naamwoord
- korreltje [het ~] zelfstandig naamwoord

korn

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• korn	→ gerst	↔ barley — Hordeum vulgare or its grains
• korn	→ korrel	↔ grain — single particle of a substance
• korn	→ graankorrel	↔ grain — single seed of grain
• korn	→ gerst	↔ Gerste — eine gedeihende Getreidepflanze (Hordeum spp.) mit kurzem Halm und langen Grannen, deren Körner besonders zum Bierbrauen und zu Futterzwecken verwendet werden
• korn	→ gerst	↔ Gerste — Frucht von ^[1]
• korn	→ korrel; pit; zaadkorrel	↔ grain — fruit et semence des céréales contenu dans l’épi ; des légumineuses.
• korn	→ zaad; korrel; pit; zaadkorrel	↔ graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
• korn	→ gerst	↔ orge — botan\|nocat=1 céréale à paille utilisée pour nourrir les animal et produire de la bière et du whisky, caractérisée par un chaume noueux dont la fleur constituer un ensemble d’épis.
• korn	→ pitje; korrel; pit; zaadkorrel	↔ pépin — semence qui se trouver à l'intérieur de certains fruits.