Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lott:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lott (Zweeds) in het Nederlands

lott:

lott [-en] zelfstandig naamwoord

  1. lott (obebygdd tomt)
    het gebied; het perceel; de kavel; het terrein; het bouwterrein
    • gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • perceel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kavel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • terrein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwterrein [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. lott (lottsedel)
    het loterijbriefje
  3. lott (lottsedel)
    de lot; loterijlot
    • lot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • loterijlot [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. lott (öde)
    de lotsbestemming; de lot

Vertaal Matrix voor lott:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwterrein lott; obebygdd tomt byggarbetsplats; byggplats; byggtomt
gebied lott; obebygdd tomt distrikt; landsdel; landskap; län; navigeringsplats; område; place; provins; region; utrymme; yta; zon
kavel lott; obebygdd tomt
lot lott; lottsedel; öde
loterijbriefje lott; lottsedel
loterijlot lott; lottsedel
lotsbestemming lott; öde
perceel lott; obebygdd tomt boning; bostad; byggnad; hus; skifte
terrein lott; obebygdd tomt area; distrikt; område; region; yta; zon

Synoniemen voor "lott":


Wiktionary: lott


Cross Translation:
FromToVia
lott lot lottery ticket — slip of paper drawn in a lottery

Verwante vertalingen van lott