Lov in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

lov:
- vakantie; verlof; snipperdag; verloftijd; verlofjaar; goedkeuring; toestemming; permissie; akkoord; goedvinden; fiat; feestdagen; vergunning; licentie
Wiktionary:
- lov → vakantie, toestemming, verlof

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lov (Zweeds) in het Nederlands

lov (skollov; skolledighet; studiedag; ledig dag)
de vakantie
– periode waarin je vrij hebt van school of werk ¹
- vakantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - in de vakantie zwem ik elke dag¹
het verlof; de snipperdag; de verloftijd; verlofjaar
- verlof [het ~] zelfstandig naamwoord
- snipperdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- verloftijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- verlofjaar [znw.] zelfstandig naamwoord
lov (acceptation)
de goedkeuring; de toestemming; de permissie; het akkoord; het goedvinden; het fiat
- goedkeuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- toestemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- permissie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- akkoord [het ~] zelfstandig naamwoord
- goedvinden [het ~] zelfstandig naamwoord
- fiat [het ~] zelfstandig naamwoord
lov (ferier; semester)
de feestdagen
- feestdagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
lov
de vergunning; de licentie
- vergunning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- licentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akkoord	acceptation; lov	allians; pakt; tillstånd; union; uppgörelse; överenskommelse
feestdagen	ferier; lov; semester
fiat	acceptation; lov	auktorisation; bemyndigande; berättigande; fullmakt
goedkeuring	acceptation; lov	godkännande; godkännandeaktivitet; medgivande; samtycke; tillstånd
goedvinden	acceptation; lov
licentie	lov	certifikat; diplom; fullmakt; licens; lisens; mandera; patentlicens
permissie	acceptation; lov
snipperdag	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag
toestemming	acceptation; lov	auktorisation; behörighet; bemyndigande; berättigande; fullmakt; medgivande; samtycke
vakantie	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag	semester
vergunning	lov	fullmakt; licens; lisens; mandera; tillstånd
verlof	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag
verlofjaar	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag
verloftijd	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
goedvinden		auktorisera; befoga; befullmäktiga; bemyndiga; godkänna; tillåta
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akkoord		bra; okej
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akkoord		i ordning; korrekt

Cross Translation:

From	To	Via
• lov	→ vakantie	↔ holiday — period during which pupils and students do not attend their school or university
• lov	→ toestemming; verlof	↔ leave — permission