Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. marknad:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor marknad (Zweeds) in het Nederlands

marknad:

marknad [-en] zelfstandig naamwoord

  1. marknad (försäljningsmässa)
    de kermis
    • kermis [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. marknad
    de markt; de handel; de goederenhandel
  3. marknad
    de markt
    • markt [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marknad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goederenhandel marknad
handel marknad affärer; arbetet; fast tag; fattning; förhandling; grepp; handel; handelsdriva; handelsvara; kommers; vara
kermis försäljningsmässa; marknad
markt marknad

Synoniemen voor "marknad":

  • handelsplats

Wiktionary: marknad


Cross Translation:
FromToVia
marknad markt; marktplein market — spacious site for trading
marknad kermis Jahrmarkt — ursprünglich ein nur einmal, nunmehr auch mehrmals im Jahr zur selben Zeit stattfindender mehrtägiger Markt mit Verkaufsstand und Vergnügungen (Karussell, Schaubuden, Schießbuden etc.)
marknad kermis Kirmesmitteldeutsch und westfälisch für: Jahrmarkt
marknad markt Marktverallgemeinert: Sphäre der Warenzirkulation
marknad markt Markt — Einrichtung/Ort zum Handel mit Waren
marknad jaarbeurs; kermis; markt; bazaar; marktplaats foireassemblée considérable et publique qui se tient en temps et lieu désignés d’avance, où tous les marchands peuvent étaler et vendre des objets de leur commerce.
marknad aankoop; inkoop; overname marchélieu public où l’on vendre les choses nécessaires pour la subsistance et pour les différents besoins de la vie.

Verwante vertalingen van marknad