Zweeds

Uitgebreide vertaling voor myndighet (Zweeds) in het Nederlands

myndighet:

myndighet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. myndighet (auktoritet; makt)
    de macht; het gezag
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. myndighet (herravälde; övervälde; makt)
    de heerschappij; de autoriteit; het gezag; de macht
    • heerschappij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • autoriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. myndighet (kontroll; makt; herravälde; bestämmanderätt)
    de beheersing; mate van bekwaamheid
  4. myndighet (befogenhet)
    de gezagsdrager; de gezaghebber

Vertaal Matrix voor myndighet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autoriteit herravälde; makt; myndighet; övervälde auktoritet; härskare
beheersing bestämmanderätt; herravälde; kontroll; makt; myndighet själv behärskning
gezag auktoritet; herravälde; makt; myndighet; övervälde auktoritet; makthavare; riksdag
gezaghebber befogenhet; myndighet
gezagsdrager befogenhet; myndighet
heerschappij herravälde; makt; myndighet; övervälde
macht auktoritet; herravälde; makt; myndighet; övervälde enfluerande; inflytande; styrka
mate van bekwaamheid bestämmanderätt; herravälde; kontroll; makt; myndighet

Synoniemen voor "myndighet":


Wiktionary: myndighet


Cross Translation:
FromToVia
myndighet autoriteit; gezag; autoriteiten authority — persons in command; specifically, government
myndighet autoriteit BehördeInstitution, die Aufgaben der öffentlichen Verwaltung wahrnimmt
myndighet gezag; macht; beslissingsbevoegdheid; zeggenschap; autoriteit autoritépouvoir ou droit de commander, d’obliger quelqu’un à quelque chose.
myndighet kracht; rijk; staat; heerschappij; mogendheid; macht; sterkte puissancepouvoir d’imposer son autorité.

Verwante vertalingen van myndighet