Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nybörjare (Zweeds) in het Nederlands

nybörjare:

nybörjare [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nybörjare
    de beginner; de aspirant; de beginneling
  2. nybörjare
    mensen die beginnen; de beginners
  3. nybörjare
    de beginnelingen
  4. nybörjare
    de beginnelinge
  5. nybörjare
    de beginner
    • beginner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. nybörjare (novis; gröngöling; nykomling)
    het groentje; de nieuwkomer
  7. nybörjare (nykomling; gröngöling; novis; rookie)
    de nieuweling; de nieuwkomer
  8. nybörjare (gröngöling; novis; rookie)
    foet; eerstejaars student; het groentje; de eerstejaars

Vertaal Matrix voor nybörjare:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirant nybörjare kandidat; sökande
beginneling nybörjare
beginnelinge nybörjare
beginnelingen nybörjare
beginner nybörjare
beginners nybörjare
eerstejaars gröngöling; novis; nybörjare; rookie
eerstejaars student gröngöling; novis; nybörjare; rookie
foet gröngöling; novis; nybörjare; rookie
groentje gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie fegis; hare; mes; rookie
mensen die beginnen nybörjare
nieuweling gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie
nieuwkomer gröngöling; novis; nybörjare; nykomling; rookie

Synoniemen voor "nybörjare":


Wiktionary: nybörjare


Cross Translation:
FromToVia
nybörjare beginner beginner — someone who just recently started
nybörjare groentje; aankomeling; melkmuil; nieuweling fledgling — inexperienced person
nybörjare nieuweling; beginneling newbie — new (inexperienced) user or participant
nybörjare debutant; beginneling débutant — celui, celle qui débute

Verwante vertalingen van nybörjare