Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. omkring:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor omkring (Zweeds) in het Nederlands

omkring:

omkring bijvoeglijk naamwoord

  1. omkring (runt; runtomkring)
    rondom; omheen
  2. omkring (hit och dit)
    zowat

omkring zelfstandig naamwoord

  1. omkring
    buitenom

Vertaal Matrix voor omkring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenom omkring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omheen omkring; runt; runtomkring
rondom omkring; runt; runtomkring
zowat hit och dit; omkring

Synoniemen voor "omkring":


Wiktionary: omkring


Cross Translation:
FromToVia
omkring vers; naar; bij; nabij; in de buurt van; omstreeks vers — (term, surtout au pluriel) suite de mots rythmer selon la quantité, l’accentuation, le nombre des syllabes ou le retour de la rime.

Verwante vertalingen van omkring