Zweeds

Uitgebreide vertaling voor oordning (Zweeds) in het Nederlands

oordning:

oordning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. oordning (oordentlighet)
    de ordeloosheid
  2. oordning (störning)
    de verstoring; de stoornis
  3. oordning (oregelbundenhet; regellöshet)
    de ongeregeldheid
  4. oordning (störande av friden; störning; rubbning; upprört tillstånd)
    het burengerucht; de rustverstoring
  5. oordning (oreda)
    de wanordelijkheid; de slordigheid
  6. oordning (kaos; oreda)
    de wanorde; de wanordelijkheid; het zooitje

Vertaal Matrix voor oordning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burengerucht oordning; rubbning; störande av friden; störning; upprört tillstånd störning
ongeregeldheid oordning; oregelbundenhet; regellöshet
ordeloosheid oordentlighet; oordning
rustverstoring oordning; rubbning; störande av friden; störning; upprört tillstånd
slordigheid oordning; oreda
stoornis oordning; störning besvär; krämpa; sjukdom
verstoring oordning; störning
wanorde kaos; oordning; oreda förvirring; kaos; oreda
wanordelijkheid kaos; oordning; oreda förvirring; kaos; oreda
zooitje kaos; oordning; oreda

Synoniemen voor "oordning":


Wiktionary: oordning


Cross Translation:
FromToVia
oordning wanorde; baaierd; rommel; warboel; warwinkel chaos — Traductions à trier