Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. signal:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor signal (Zweeds) in het Nederlands

signal:

signal [-en] zelfstandig naamwoord

  1. signal (gest; vink; tecken)
    het gebaar; de geste
    • gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geste [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. signal (tecken)
    het sein; het teken; de wenk
    • sein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. signal
    het teken; het signaal
    • teken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • signaal [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor signal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebaar gest; signal; tecken; vink gest; gymnastik
geste gest; signal; tecken; vink
sein signal; tecken
signaal signal
teken signal; tecken bevis; emblem; indikation; symptom; tecken
wenk signal; tecken hint; ledtråd; tips
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
teken tecken

Synoniemen voor "signal":


Wiktionary: signal


Cross Translation:
FromToVia
signal belletje buzz — telephone call
signal signaal; sein signal — indication
signal sein signal — device to give indication
signal signaal signal — electric or electromagnetic action that conveys information

Verwante vertalingen van signal