Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slutet (Zweeds) in het Nederlands

slutet:

slutet bijvoeglijk naamwoord

  1. slutet (stängt; stängd)
    gesloten; dicht; afgesloten; toe
  2. slutet (sluten)
    eindigend; aflopend

slutet zelfstandig naamwoord

  1. slutet
    het einde; de ontknoping; het eind
    • einde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ontknoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eind [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. slutet (final)
    de eindstrijd; de finale
    • eindstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • finale [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. slutet (det yttersta slutet)
    het uiteinde
    • uiteinde [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slutet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eind slutet
einde slutet avslutande; avslutning; slut; slutpunkt; slutreplik
eindstrijd final; slutet
finale final; slutet avslutande stycke; slut; slutpunkt; slutstycke
ontknoping slutet
uiteinde det yttersta slutet; slutet
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgesloten slutet; stängd; stängt stängd
aflopend sluten; slutet sluttande
dicht slutet; stängd; stängt förseglad; tung; tungt; tätt
gesloten slutet; stängd; stängt förseglad; ordkargt; otillgänglig; otillgängligt; reserverad; reserverat; tystlåten; tystlåtet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toe slutet; stängd; stängt fåna dig inte; i riktning mot; skärp dig; sluta larva dig; till
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eindigend sluten; slutet

Verwante vertalingen van slutet