Stadig in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

stadig:
- zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig; gezet; gelijkmatig; gestaag; solide; stevig; degelijk; stabiel
Wiktionary:
- stadig → gelijke, gelijkmatige, gelijkmatig, sterk, stevig, gestaag

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stadig (Zweeds) in het Nederlands

stadig (tjockt; stadigt; tjock; kraftigt)
zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig; gezet
- zwaarlijvig bijvoeglijk naamwoord
- dik bijvoeglijk naamwoord
- corpulent bijvoeglijk naamwoord
- lijvig bijvoeglijk naamwoord
- gezet bijvoeglijk naamwoord
stadig (fast)
gelijkmatig; gestaag
- gelijkmatig bijvoeglijk naamwoord
- gestaag bijvoeglijk naamwoord
stadig (robust; fast)
solide; stevig; degelijk
- solide bijvoeglijk naamwoord
- stevig bijvoeglijk naamwoord
- degelijk bijvoeglijk naamwoord
stadig (stabilt; ståndaktig; stadigt; ståndaktigt)
stabiel; stevig
- stabiel bijvoeglijk naamwoord
- stevig bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dik		gödsel; skit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
corpulent	kraftigt; stadig; stadigt; tjock; tjockt
degelijk	fast; robust; stadig	djup; djupt; gediget; pålitlig; pålitligt; rättskaffens; solid; solitt; sunt; säkert; övertygande
dik	kraftigt; stadig; stadigt; tjock; tjockt	ansenligt; diger; rätt stor; rätt stort; skrymmande; stort
gelijkmatig	fast; stadig
gestaag	fast; stadig
gezet	kraftigt; stadig; stadigt; tjock; tjockt
lijvig	kraftigt; stadig; stadigt; tjock; tjockt	ansenligt; extensivt; kraftigt; rymlig; rymligt; rätt stor; rätt stort; skrymmande; stor; stort; voluminös; voluminöst
solide	fast; robust; stadig	muskulös; muskulöst; välbyggt; övertygande
stabiel	stabilt; stadig; stadigt; ståndaktig; ståndaktigt
stevig	fast; robust; stabilt; stadig; stadigt; ståndaktig; ståndaktigt	häftig; häftigt; kraftigt; muskulös; muskulöst; robust; stark; starkt; stel conversation; stor och kraftigt; stort; stå på; välbyggt
zwaarlijvig	kraftigt; stadig; stadigt; tjock; tjockt

oförtruten; varaktig; handfast; orubblig; gedigen; viktbärande; bastant; fast; korpulent; robust; stabil; rejäl

Cross Translation:

From	To	Via
• stadig	→ gelijke; gelijkmatige; gelijkmatig	↔ even — without great variation
• stadig	→ sterk; stevig	↔ strong — capable of withstanding great physical force
• stadig	→ gestaag	↔ beständig — anhaltend, gleichbleibend