Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. svimning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor svimning (Zweeds) in het Nederlands

svimning:

svimning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. svimning (fladdring; fläktning)
    de schittering; de schijn; de flakkering; het geflikker; de flikkering
  2. svimning (svimning sanfall; vanmakt)
    de bedwelming; de versuffing; de flauwte; zwijm
    • bedwelming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • versuffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • flauwte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwijm [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor svimning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedwelming svimning; svimning sanfall; vanmakt
flakkering fladdring; fläktning; svimning
flauwte svimning; svimning sanfall; vanmakt svimningsanfall
flikkering fladdring; fläktning; svimning
geflikker fladdring; fläktning; svimning
schijn fladdring; fläktning; svimning fasad; förevändning; förklädnad; illusion; sken; skimmer; stråle; täckmantel
schittering fladdring; fläktning; svimning glans; glitter; lyster
versuffing svimning; svimning sanfall; vanmakt
zwijm svimning; svimning sanfall; vanmakt svimningsanfall

Wiktionary: svimning


Cross Translation:
FromToVia
svimning bezwijming swoon — a faint

Verwante vertalingen van svimning