Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal tand

Vertaal tand van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

tand:
- tand
Wiktionary:
- tand → tand
- tand → tand, tandwieltand, punt, zaagtand

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tand (Zweeds) in het Nederlands

tand:

tand [-en] zelfstandig naamwoord

tand
de tand
– hard wit uitsteeksel in boven- en onderkaak ¹
- tand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - met zijn tanden beet hij in de appel¹

Vertaal Matrix voor tand:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tand	tand

Synoniemen voor "tand":

gadd

Wiktionary: tand

tand

noun

hard wit voorwerp in de mond
- tand → tand
scherp uitsteeksel
- tand → tand

Cross Translation:

From	To	Via
• tand	→ tand; tandwieltand	↔ cog — tooth on a gear
• tand	→ punt	↔ tine — prong
• tand	→ tand	↔ tooth — biological tooth
• tand	→ tand; zaagtand	↔ tooth — saw tooth
• tand	→ tand	↔ Zahn — Teil des Gebisses von Menschen und Wirbeltieren
• tand	→ tand	↔ dent — Os de la mâchoire (1)
• tand	→ tand; zaagtand	↔ dent — Dents de scie (2)

Verwante vertalingen van tand

¹Muiswerk Woordenboek