Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. team:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor team (Zweeds) in het Nederlands

team:

team [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. team (arbetsgrupp; patrull; styrka; grupp)
    de werkgroep
  2. team
    het team
    • team [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor team:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
team team grupp; gäng; lag
werkgroep arbetsgrupp; grupp; patrull; styrka; team arbetsgrupp; peer to peer-nätverk

Synoniemen voor "team":


Wiktionary: team


Cross Translation:
FromToVia
team ploeg team — group of people

Verwante vertalingen van team