Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. test:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor test (Zweeds) in het Nederlands

test:

test [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. test (prov)
    de test; de proef
    • test [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • proef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. test (prövning)
    de kwelling; de ergernis; de beproeving; de grief; de bezoeking; de nood; de temptatie
    • kwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ergernis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beproeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • grief [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bezoeking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • temptatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. test

Vertaal Matrix voor test:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beproeving prövning; test prov; prövande
bezoeking prövning; test
ergernis prövning; test besvär; irritabilitet; irritation; lättretlighet; obehag; olägenhet; retelse; retlighet; störd utav
grief prövning; test klagomål; kränkning; kval; pina; skada; smädelse; svår plåga; tortyr
kwelling prövning; test kval; pina; svår plåga; tortyr
nood prövning; test behövande; hjälp behovande; kris; kval; nödsituation; nödvändigt; pina; svår plåga; tortyr
proef prov; test audition; experiment; provning
temptatie prövning; test frestelse; förövring
test prov; test examen; förprov
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
test test
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwelling oro; plåga; trakesseri; övergrepp

Synoniemen voor "test":


Wiktionary: test


Cross Translation:
FromToVia
test test test — product examination
test test test — Test technique

Verwante vertalingen van test